De dertiende en laatste stop gaat over de Ring zelf. Het symbool bij uitstek is het signaal van Zellik. Deze 23 meter hoge abstracte constructie staat op een steenworp van het knooppunt Groot-Bijgaarden. Als een gigantische poort opent ze een wereld van warrig beton, tankstations, wegrestaurants en slechte koffie. Op weg naar overal en nergens.

Het signaal is van de hand van Jacques Moeschal en is ontworpen als een idee van vertrek. Een reis naar een zeker elders, onbestemd in tijd en ruimte. Het eeuwige onderweg, de ultieme vrijheid. Het signaal van Zellik is opgetrokken in 1963, een era waar snelle wagens en sigaretten symbool stonden voor succes. Moeschal kon niet voorzien dat zijn monument vijftig jaar later dagelijks getuige zou zijn van één van de grootste verkeersinfarcten van het land.

Jacques Moeschal is bekend om zijn grensmonumenten op snelwegen: le signal d'Hensies op de E19, of de sjouwer op de E17, beiden op de Frans-Belgische grens. Maar ook de -ondertussen gesloopte- Pijl op de Expo 58 is van zijn hand. Al zijn werken getuigen van een groot geloof in technische vooruitgang, individuele mobiliteit en de toekomst. The sky was the limit, letterlijk. Zijn werk schiet als een kanonbal meters de hoogte in.

Zo ging het ook met de Ring van Brussel. Eind jaren '50 werd het eerste stuk aangelegd tussen Strombeek en Groot-Bijgaarden. Dan ligt jaren alles stil en het is pas onder impuls van minister van openbare werken Jos De Saeger, dat in de tweede helft van de jaren '70 de werken worden hervat. Het levert hem de bijnaam "minister van de verlichte snelwegen" op. Begin jaren '80 worden de laatste knooppunten operationeel.

Vanaf dan boort een moderne betonnen wirwar met haar metalen gesuis een eigen weg door het landschap en overschaduwt alles wat was. Ze schrijft een nieuw verhaal. Oude getuigen slapen in. Verborgen sporen ontstaan.
Knooppunt Zellik.

You may also like

Back to Top